HAN DE KLUIJVER 'KUNST NA CORONA-EEN NIEUW BEGIN' -2020 HAD EEN GOED JAAR VOOR DE CULTUURSECTOR MOETEN WORDEN. MUSEA HADDEN 2019 MET BEZOEKERSRECORDS AFGESLOTEN. ER WAREN AANKOPEN GEDAAN EN BRUIKLENEN GEREGELD VOOR DE AMBITUEZE TENTOONSTELLINGEN VAN 2020. MAAR HALF MAART 2020 MOETS DE CULTUURSECTOR OP SLOT VANWEGE DE CORONAPANDEMIE- Wat volgde was een tijd van afzeggen, uitstellen, herpakken en weer doorgaan. Vanaf half december waren de kunstinstellingen opnieuw gesloten. En dat was en is niet alleen een gemis voor
de bezoekers. Ook kunstenaars hebben de openbaarheid nodig. Zolang de
kunstenaar zijn of haar werk voor zichzelf houdt, bestaat het in feite niet.
Het nieuwe of innovatieve van het werk wordt pas geboren als het over de
drempel van het privédomein wordt gedragen en aan de wereld wordt getoond.
| Qwala van Pae White: Meanderende stroom Gualalarivier (VS) |
DENKEN EN CREATIVITEIT Dat dit nu niet kan, is dubbel wrang. Want als er één
ding is waar de coronacrisis aanleiding toe geeft, dan is dat het ontwikkelen
van nieuwe gezichtspunten. Kunstenaars geven de samenleving vernieuwing en
creativiteit. Maar creativiteit is afhankelijk van tenminste twee processen.
Allereerst het snelle, flexibele en associatieve denken, het out-of-the-box
denken en het genereren van ideeën. Het tweede proces is het gefocuste en
beraadslagende denken. Daarvoor moet je doorzetten, ideeën onderzoeken,
verwerpen en volharden. Als deze twee manieren van denken samenkomen, ontstaan
vernieuwende oplossingen voor bestaande en toekomstige problemen. Een
kunstenaar die alleen ideeën genereert, komt niet ver. Er is ook inspanning en
volharding nodig om deze creatieve gedachten om te zetten tot vrije of
toegepaste kunst, architectuur, mode en andere uitingen. Het beeld van de
kunstenaar die zich afzondert om inspiratie op te doen, is door de
opeenvolgende lockdowns ingehaald. Wereldwijd zondert nagenoeg iedereen zich
noodgedwongen af. De kring van mensen die we nog wel zien, krimpt aanzienlijk.
Volgens de Israëlische historicus Yuval Noah Harari (Homo Deus, een kleine
geschiedenis van de toekomst, 2015, NL 2017) is de behoefte aan onderlinge
verbondenheid en collectieve solidariteit groot. De coronapandemie trekt zich
immers niets aan van grenzen, nationaliteiten, rassen, religies of politieke
opvattingen. De meest creatieve oplossingen komen vaak voort uit een combinatie
van alleen en groepsgewijs tot ideeën komen. Door onderlinge discussie,
bevraging en uitwisseling verscherp je solitair bedachte ideeën.
| Marvin Lipovsky (1938-2016): Iotaru-serie, 1987 |
VOORUIT DENKEN De groepsbijeenkomsten missen we nu en het is de vraag of digitale
gedachtenuitwisselingen die kunnen vervangen. Zo dreigt creativiteit ook
slachtoffer te worden van de pandemie, al levert deze op verschillende
terreinen in de samenleving juist nieuwe ideeën op om in de
anderhalvemetersamenleving te kunnen blijven functioneren. Maar we kunnen wel
vast vooruit denken. Als we straks weer samen mogen komen, kunst kunnen tonen
en bediscussiëren, valt de kunstwereld dan terug in de oude reflexen of
ontstaat er vernieuwing? En wat zou die vernieuwing dan betekenen voor de
glaskunst? Om vooruit te kunnen kijken, moeten we eerst terugkijken. De opkomst
van glas in de beeldende kunst hangt nauw samen met de opkomst van het
postmodernisme. Kunstenaars hebben de openbare wereld nodig om in te
verschijnen. Zolang de kunstenaar zijn of haar werk voor zichzelf houdt,
bestaat het in feite niet. Het nieuwe of innovatieve van het werk wordt pas
geboren als het over de drempel van het privédomein wordt gedragen en getoond
aan de wereld. De glskunstenaar Kalantari wil een dialoog
creëren tussen traditionele ambachten en beeldende kunst door gevonden
voorwerpen te bedekken met glaspoeders. Velen brengen deze doorbraak in verband met de
kunstenaar Harvey Littleton (1922-2013) die in 1959 tijdens een symposium in
Lake George, New York opperde dat glas een nieuw medium voor kunst moest
worden. Avant-gardekunstenaars als Pablo Picasso (1881-1973), Oskar Kokoschka
(1886- 1980), Le Corbusier (1887-1965), Georges Braque (1882-1963) en Marc
Chagall (1887-1985) kregen toegang tot glas met dank aan Egidio Costantini
(1912-2007). In 1958 won René Roubícek (1922-2018) geheel onverwacht de gouden
medaille op de Wereldtentoonstelling in Brussel met zijn werk Glass – Substance
– Form – Expression, dat onderdeel was van de tentoonstelling in het Tsjechische
paviljoen.
| Samon Kalantari: dialoog traditionele ambachten en beelden |
HART EN ZIEL De fysische en dualistische kwaliteiten van glas passen
bij het postmodernistisch gedachtengoed. Glas verwart en trekt het geloof in
een objectieve waarheid in twijfel. Glas daagt uit en stelt onze waarnemingen
en ons intellect op de proef, het is een intermediair tussen virtualiteit en
realiteit. Maar het postmodernisme is ook zeer cerebraal, het vertroebelt de
blik op dat waar het om gaat in de kunst. In alle kunst die ons echt raakt, zit
de motor in de intuïtie en het emotionele geheugen van de kunstenaar. Idee en
uitvoering gaan hand in hand. Het een kan niet zonder het ander, ook al is het
werk nog zo conceptueel of nog zo vanuit vakmanschap gemaakt. Koen Vanmechelen (Be, 1965) zocht bijvoorbeeld in het project Cosmopolitan Chicken Project.via de kruising van nationale kippenrassen naar een hybride of kosmopolitische kip. Deze kip zou dan genen van alle
kippenrassen ter wereld met zich meedragen. De fysische en dualistische kwaliteiten van glas stemmen overeen met een postmodernistisch gedachtegoed. Zonder goede uitwerking is niets, maar vakwerk zonder idee
is ook nietszeggend. Maar kunst gaat naast verbeelding ook over mens zijn. Het
hoofd en het lichaam van de kunstenaar eigenen zich de techniek toe om
vervolgens hun emotie daarmee te kunnen bedienen. Het cerebrale deel staat
ten dienste van het emotionele deel. Iedere kunstenaar die denkt het
cerebraal te kunnen rooien, loopt vroeg of laat tegen de lamp; het vuur dooft,
je hebt jezelf artistiek de nek omgedraaid. Verdiep je daarom in de culturele
behoeften van mensen. Besef dat het enige dat ons interesseert is, dat het werk
met hart en ziel is gemaakt. Dat we naar gedrevenheid kijken, gedragen door
vakmanschap. Vakmanschap, zeker in de glaswereld, gaat nooit vervelen.
| Andra Ursata: kwetsbaarheid menselijk bestaan |
NIEUWE
REALITEITEN Tegelijkertijd mogen we best wat kritischer op elkaar zijn,
zeker als we straks weer naar tentoonstellingen kunnen. Toon je twijfel als een
kunstenaar of een tentoonstellingsmaker slecht werk levert. Natuurlijk is
kritiek leveren en ontvangen vervelend. Maar kritiek toont juist ook
betrokkenheid, kritiek laat zien dat de kunst zichzelf serieus neemt, dat
kunstenaars en critici niet bang zijn om elkaar beter en scherper te maken.
Kritiek is het begin van een gesprek over het werk. Juist in zulke gesprekken. Ook in de architectuur wordt volop geëxperimenteerd met glas.
Voor de gevel van de Chanel-store in de P.C. Hooftstraat in Amsterdam is
gekozen voor een massieve glazen baksteen. Om een maximale transparantie te
halen, kozen de onderzoekers voor een steen van natronkalkglas, gemaakt uit
zand met een laag ijzergehalte. De glazen gevel gaat naar boven toe geleidelijk
over in een bakstenen gevel. Dat vormde een nieuwe uitdaging voor de
constructeurs, want hoe combineer je glazen bakstenen met een baksteen? Het
verschil in uitzettingscoëfficiënt zou leiden tot ongewenste spanningen
in de constructie. De oplossing werd gevonden in bakstenen die om een kern van
glas zijn gevormd. | Chanel-store, Amsterdam: P.C. Hooftstraat |
Verandering is
essentieel voor de voortdurende creatieve evolutie en bloei van
(studio)glaskunst. Daardoor ontstaan nieuwe mogelijkheden voor de manieren
waarop we werken en creëren. De toekomst van de glaskunst lijkt een mix van een
hoop factoren: naast het vakmanschap, ook de live zooms, de partnerschappen en
de betrokkenheid van sociale media. Hoewel het concept van (studio)glas niet is
verdwenen, hebben de veranderende technologische en mondiale realiteiten geleid
tot een nieuwe kijk op de duurzaamheid van de sector die pleit voor een heel
andere toekomst. GROEI EN INNOVATIE Een groot deel van de nieuwe markt voor
glaskunst zal voortkomen uit werk dat niet beperkt is tot een enkele techniek
of productiemethode. De meest succesvolle glaskunstenaars zullen diegenen zijn
die glas in lood, kilnforming, torchworking en gieten integreren in innovatieve
ontwerpen. De toenemende belangstelling voor architectonische toepassingen zal
glaskunstenaars ook tal van mogelijkheden bieden. Wanneer deze kansen worden
benut, is de toekomst van de glaskunstwereld hoopgevend. Persoonlijk denk ik dat
dit een fantastische tijd is. Charles Avery (SCH, 1973) werkt aan een
fantasie-eiland met een zelfverzonnen bevolking, een enorm, uitdijend
kunstwerk. De glazen palingen passen er perfect in. Obsessieve dwang en gewelddadige
verlangens; onderwerping aan seksuele en politieke dominantie; de kwetsbaarheid
van het menselijk bestaan; identiteit als constructie en fictie: dit zijn
enkele van de thema’s die ten grondslag liggen aan de nihilistische en
tragikomische scenario’s die zijn onderzocht in de sculpturen en installaties
van de Roemeense Andra Ursula (RO, 1979). Het zijn in de glaskunst de mogelijkheden voor groei en innovatie die worden geboden. Na de pandemie kunnen we hier een begin mee maken, een begin
dat steeds opnieuw in taal en verbeelding gestalte krijgt.
| Charles Avery (Sch, 1973): glazen palingen |
Leven betekent
telkens opnieuw beginnen. Niet meer opnieuw kunnen beginnen, betekent voor de
mens net zoveel als niet meer in leven zijn. Misschien doelde ook Bob Dylan
(1941) daar wel op, toen hij ‘That he not busy being born is busy dying’ zong
(Subterranean Homesick Blues, 19
| Han de Kluijver: de grenzen van de ruimte |
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten