Herinnering aan Bernard Dewulf

 

 

Na een langdurige ziekte is de Belgische schrijver Bernard Dewulf op 23 december jl. onverwachts overleden. Hij werd 61 jaar oud. Bernard Dewulf  was een fijnzinnig columnist, schreef gedichten, maakte bewerkingen voor het toneel en maakte veel beschouwingen over kunst. Zijn columns schreef hij onder meer de dagbladen De Morgen en De Standaard. 

Met het boek 'De kleine dagen' beschreef hij als vader zijn gezin. Hiervoor kreeg hij in 2010 de Libris Literatuurprijs. In talrijke Vlaamse zalen vertelde hij over dit boek. 

In 1995 debuteerde Bernard de Wulf met de dichtbundel 'Waar de egel gaat'. Dat werd bekroond met de Vlaamse Debuutprijs. In de loop der jaren publiceerde hij verschillende essaybundels over beeldende kunst. 'Bijlichtingen' (2001), 'Naderingen' (2007) en 'Toewijdingen' (2014). 

In de essaybundel Bijlichtingen was de ondertitel: 'kijken naar schilders'. Telkens opnieuw probeerde hij de betovering van een schilderij onder woorden te brengen en wilde voor de kijker een schilderij 'bijlichten'. In deze bundel is onder meer aandacht voor het werk van Pierre Bonnard, Edgar Degas, Rik Wouters, Luc Tuymans, Marlene Dumas en Raoul De Keyser. Later volgde met de essaybundel 'Naderingen': het 'kijken en zoeken naar schilders maar ook met teksten over plastische kunst.

Opmerkelijk was zijn betrokkenheid bij het Kunstenfestival Watou (B). Zijn essay 'Van koffie tot genade' was voor festival een uitgangspunt: 'een verlangen en de troost'. Hij zag hoe jong talent en gearriveerd talent beeldend een synthese konden vormen. In huisjes als 'De Rode Hoed' en 'Douviehoeve' was ruimte voor gedichten, schilderijen en tekeningen, performances en installaties. Er werd ook een verbinding gezocht tussen dichtkunst en beeldende kunst. 

Als schrijver gaf hij het 'onopvallende' een volle aandacht. Vooral het 'herfstlicht' fascineerde hem. 'Dat heeft vaak iets heiigs, alsof iemand in een laatste woede de wereld aan het vegen is en het opzwevende stof nu doelloos laat ronddwarrelen. Elk jaar opnieuw vind het groot nieuws, maar nooit haal het de krant'. Maar wat voor je ogen gebeurt, daaruit betstaat het leven evengoed'. Daarvan wilde Bernard Dewulf de chroniqueur zijn. Hij geloofde dat het 'dagelijkse' even historisch is als het 'historische'. 

Vanaf 2017 was Dewulf writer in residence van het Koninklijke Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. 

Tussen 2012 en 2014 was Bernard Dewulf stadsdichter van Antwerpen.   

Schrijver en journalist Eric Rinckhout denkt bij Bernard Dewulf aan 'stijl en toon, melancholie en zinnelijkheid. Zinnelijk is een woord dat hij graag in de mond en in de pen nam'. Als columnist heeft een heel groot en trouw publiek gekregen. Als schrijver kreeg het onopvallende zijn grote aandacht. 

In het boek 'Tuimelingen' van 2021 staat zijn nieuwste beschouwende werk. Het zijn essays en beschouwingen over leven, kunst en zinnelijkheid. In als zijn essays schreef hij over eenzaamheid, verlangen, troost, verbeelding, over stilte in de kunst, het naakt en de mannelijke blik, over de vrouw en het licht in schilderijen. Geliefde kunstenaars waren voor hem Pierre Bonnard, Hugo Claus en Edward Hopper. Aan de hand van beelden toonde hij tevens ons dagelijkse bestaan. Hij noemde 'Tuimelingen een kroniek van het kijken'. 

Bernard Dewulf woonde met zijn gezin in Antwerpen, hoewel hij een getogen Brusselaarr was. Hij laat een vrouw, zoon en dochter achter.

Gelukkig kunnen wij zijn talrijke essays over de beeldende kunsten blijven lezen. 


Voor deze pagina werd gebruik gemaakt van teksten uit de Belgische media 



Geen opmerkingen: